Erasmus+ is het EU-programma voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport in Europa dat aan scholen de mogelijkheid biedt om interessante projecten met andere scholen in Europa uit te werken. Vanuit die optiek trok Werner De Smet in januari 2020 naar Augsburg (Duitsland), om daar aan het Jakob Fugger Gymnasium samen met collega’s uit Duitsland, Italië, Spanje en Slowakije na te denken over een samenwerking binnen dat Erasmus+-programma rond Jakob Fugger.
Tijdens de daaropvolgende maanden kreeg het project meer en meer vorm, totdat het thema Jakob Fugger a historical European influencer – #economic #political #social #medial #ecological #footprint volledig uitgewerkt was en bij de EU kon ingediend worden.
Tijdens de zomer van 2020 kregen we dan bericht dat het project goedgekeurd was, maar Covid-19 gooide natuurlijk ook hier roet in het eten, waardoor de mobiliteiten keer op keer moesten uitgesteld worden.
Gedurende het schooljaar 2020-21 werden er onder leiding van Sakina Yachou en Victor Bortier enkele kleinschalige projecten digitaal mee georganiseerd met de toenmalige 2MTW.
In oktober 2021 kon dan de eerste uiteindelijke teacher’s mobility doorgaan in Almaden (Spanje), waarbij de krijtlijnen voor de daaropvolgende schooljaren getrokken werden, hoewel Covid-19 weerom voor uitstel zorgde.
In mei 2022 konden we dan na herhaaldelijk uitstellen omwille van Covid-19 eindelijk voor de eerste keer met leerlingen samenkomen in Augsburg (Duitsland). Daar leerden de leerlingen vooral de historische figuur van Jakob Fugger beter kennen. Op het einde van die maand trokken Erik Cools en Werner De Smet naar Banska Bystrica (Slowakije) voor een tweede teacher’s meeting.
In september staat er een volgende leerlingenmobiliteit gepland in Sterzing (Italië) en in oktober trekken weer andere leerlingen naar Almaden (Spanje). In de eerste week van maart komen leerlingen en leerkrachten naar Antwerpen en in mei trekt de laatste groep leerlingen naar Banska Bystrica (Slowakije).
Hou zeker onze website in het oog, om te lezen wat er al gebeurd is en om op de hoogte te blijven van het verdere verloop van het project. Op de facebook- en instagrampagina van OLVC plus zal na iedere uitwisseling ook een kort bericht komen.
Waarover gaat het project?
Context en achtergrond
In de afgelopen decennia is de wereldhandel één van de belangrijkste thema’s geworden in alle Europese landen. Onbeperkte pan-Europese handel zonder belasting en valutarisico’s is een van de succesvolle modellen van de Europese Unie. De basis hiervoor was echter al op het einde van de middeleeuwen gelegd met de eerste Europese handelsweg, de Fuggerweg. Het project Europäische Fuggerstraße, geïnitieerd door de toeristenorganisaties van verschillende Europese steden (bv. Augsburg, Banská Bistrica en Sterzing), brengt de steden in kaart waar Jakob Fugger zijn rijkdom vergaarde. Het is de bedoeling meer bekendheid te geven aan die pan-Europese handel van 1490 tot heden, en vooral aan de rol die deze speelde bij het verbinden van naties. Wij zullen deze route verder uitdiepen en uitbreiden tot twee nog niet opgenomen steden: De grondstoffen uit zijn mijnen werden via de haven van Antwerpen wereldwijd verscheept en de kwikmijnen rond Almadén kwamen in het bezit van Fugger en zorgden voor de verdere groei van zijn vermogen.
Deelnemers en doelstellingen
Aan het project nemen vijf scholen deel uit Duitsland (Augsburg), Italië (Sterzing), Slowakije (Banská Bystrica), Spanje (Almadén) en België (Antwerpen). De steden zijn allemaal verbonden met de persoon van Jakob Fugger.
Het hoofddoel van het project is onderzoek te doen naar de overeenkomsten en verschillen en na te gaan welke verschillende effecten zijn bedrijfspraktijken tot op heden hebben gehad op deze steden (en regio’s) op economisch, sociaal en milieutechnisch vlak. Ons project zal een wetenschappelijke benadering van de thema’s handel en mijnbouw aanmoedigen waarbij leerlingen van 14-18 jaar worden betrokken en verschillende vakken uit het leerplan van de scholen aan bod komen. We zullen onze leerlingen leren een kritisch-ethische blik te werpen op de sociologische problemen van handel en mijnbouw toen en nu (economie), de gevolgen van mijnbouw voor hun respectieve regio’s in kaart brengen (chemie, biologie, aardrijkskunde), antwoorden proberen te vinden op de vragen hoe Jakob Fugger de rijkste man ter wereld (economie) werd en welke invloed zijn handelspraktijken hebben gehad op de plaatselijke bevolking door te kijken naar individuele verhalen, ervaringen, omgeving, gebouwen en stichtingen (geschiedenis & ethiek).
Daarbij zullen we ons afvragen welke lessen en alternatieven er zijn voor de toekomstige generaties met betrekking tot het cultureel erfgoed en de duurzame ontwikkeling van de betrokken landen. De leerlingen zullen bewust worden gemaakt van de wortels van globalisering en de manieren waarop netwerken tot stand komen.
Het project zal aan het licht brengen hoe netwerken levenssituaties beïnvloeden en wat er met regio’s gebeurt als regionale en transregionale omstandigheden veranderen (bv. achteruitgang van de mijnindustrie, economische concurrentie of het kosten-batenbeginsel).
Resultaten
De vier belangrijkste resultaten van het project zullen zijn:
1. een verzameling vakoverschrijdend lesmateriaal over het onderwerp Jakob Fugger, handel en mijnbouw voor gebruik in onze scholen en ook voor verspreiding naar andere scholen;
2. een projectblog waarop alle projectactiviteiten (films, teksten, foto’s) ook na afloop van het project toegankelijk zullen zijn;
3. tentoonstellingen in alle deelnemende scholen, open voor het publiek, waar het werk van de leerlingen van alle projectbijeenkomsten zal worden tentoongesteld;
4. het verkrijgen van de Europass voor alle deelnemende leerlingen.
Impact en voordelen op lange termijn
Het project stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen en hun interculturele, collaboratieve, wetenschappelijke, digitale en ondernemerscompetenties, evenals hun Engelse taalvaardigheid. Het verbreedt hun kennis over andere landen en steden, over de geschiedenis, de mijnindustrie en het gebruik van technologie in de mijnbouw. De scholen zullen ook nieuwe en innovatieve onderwijspraktijken uitwisselen, waardoor de interdisciplinaire en transnationale samenwerking tussen leerkrachten wordt verbeterd. Het gebruik van eTwinning en al zijn hulpmiddelen zal de internationale uitwisseling van de beste onderwijs- en leermethoden mogelijk maken. Dit zal uiteindelijk een positief effect hebben op onze scholen en onze onderwijsstelsels. Door al deze uiteenlopende ervaringen uit te wisselen, zullen de deelnemers de voordelen van een verenigd Europa beter leren kennen.
Hoe gaat het in zijn werk?
Het is de bedoeling dat er gedurende twee schooljaren met een klas of een gemotiveerde groep leerlingen rond dit thema gewerkt wordt. Tijdens de lessen of na de schooluren komen die leerlingen samen om aan de opdrachten voor de volgende mobiliteit te werken. Van deze groep gaat een afvaardiging van vijf leerlingen naar de leerlingenuitwisseling om daar verslag uit te brengen van de bevindingen en het door de klas uitgewerkte materiaal. Tijdens de mobiliteit krijgen die leerlingen een grote input van nieuwe ideeën en inzichten, die bij thuiskomst op school met de klas en de school gedeeld worden. In de daaropvolgende weken wordt er dan door die groep leerlingen aan een nieuwe reeks opdrachten gewerkt, die op de volgende leerlingenuitwisseling weer door vijf andere leerlingen in een ander land zal toegelicht worden. Dit principe zal vier keer toegepast worden, zodat uiteindelijk twintig leerlingen van deze ervaring kunnen geproefd hebben.
Van ieder land komt er natuurlijk ook een keer zo’n afvaardiging naar OLVCplus.
Tijdens het schooljaar 2021-22 hebben de leerlingen van 5ECMTb-5LMT samen met hun titularis Werner De Smet verschillende voorbereidende opdrachten gemaakt en zijn vijf leerlingen op uitwisseling geweest naar Augsburg. Volgend schooljaar zullen nog enkele leerlingen van deze klasgroep kunnen gaan, maar wordt deze groep omwille van het wetenschappelijke aspect verder uitgebreid met leerlingen uit de afdeling wetenschappen van het zesde jaar, die hun eindwerk hierrond zullen maken.