Het sociaal project is een vorming die we aanbieden aan de leerlingen van het vijfde jaar. Het omvat verschillende aspecten van het ignatiaanse opvoedingsproject. Dit laatste wil het hoofd en het hart van de leerlingen vormen, zodat ze later als ‘agents of change’ meebouwen aan een rechtvaardige samenleving.
De leerlingen van het vijfde jaar zetten zich buiten de schooluren, gespreid over een aantal maanden, dertig uren in. De school biedt hen de kans om persoonlijk contact te hebben met bejaarden, kinderen met minder kansen of mensen met een motorische of mentale beperking. De jongeren merken gaandeweg dat hun vooroordelen verdwijnen, voelen zich nuttig, en ervaren dat inzet henzelf en de ander gelukkig maakt. Ze merken dat ze rijker worden door te geven.
Op het einde van het vierde jaar kiezen de leerlingen een project uit de lijst van 40 organisaties die we hen aanbieden. Ze stellen een top vijf op en motiveren hun keuze in een brief. Bij het begin van het vijfde jaar weet elke leerling waar hij terecht kan. We starten officieel met het sociaal project in september. De leerlingen krijgen uitgebreid informatie, worden in contact gebracht met hun begeleider en coördinator en de directie zendt hen plechtig uit. De leerlingen blikken regelmatig terug tijdens het schooljaar. Op het einde van mei sluiten we het sociaal project feestelijk af.
Veel aandacht wordt besteed aan het terugblikken. We leren de jongeren om de vruchten van hun project te plukken en zich niet in de actie te verliezen. Na elk bezoek aan de projectplaats schrijven leerlingen kort hun indrukken neer, ze reflecteren met medeleerlingen en reflectiebegeleiders tijdens twee middagpauzes en schrijven op het einde van het schooljaar een projectverslag.
Het sociaal project vergt heel wat concrete voorbereiding en omkadering. In het totaal zijn ongeveer 70 volwassenen rechtstreeks betrokken, waaronder leerkrachten, ouders, oud-leerlingen en begeleiders van de organisaties. Zij begeleiden de jongeren in hun zinvolle tocht naar het mens worden voor anderen.
‘Je maakt de mensen oprecht gelukkig door met hen te praten en naar hen te luisteren. Het lijkt misschien niet veel, maar je maakt voor hen echt wel een verschil!’
‘Ik durf meer mensen te helpen die het nodig hebben. Mijn nichtje die problemen heeft met haar schoolwerk, mijn grootouders die hulp nodig hebben met klusjes …. Het project heeft me zeker veranderd als persoon.”
‘Ik heb meer respect gekregen voor die mensen die, ondanks hun beperking, toch veel moed hebben om vooruitgang te willen boeken. En zelf besef ik des te meer dat ik dankbaar mag zijn voor mijn eigen gezondheid.’
“Door met deze leerlingen te mogen werken, besef ik ook echt hoe goed ik het zelf heb, en hoeveel kansen ik gewoon krijg. Ik vind veel zaken minder evident en daar ben ik dankbaar voor. “
“Het feit dat de spelers voor de rest van hun leven vastzitten in hun rolstoel raakte me. Dat ze dat kunnen accepteren en toch gewoon plezier kunnen maken is ontroerend. Ik vond het fijn dat ik heel fijne avonden beleefd heb met hen…Ik probeer me in hen te verplaatsen en me voor te stellen hoe ik het zou ervaren. Het zet me wel aan het denken.”
“In mijn ogen heb ik helemaal niet zoveel gedaan waarmee ik de mensen geholpen heb. Ik heb geleerd dat het daar helemaal niet om draait. Het gaat om je aanwezigheid, dat je er bent voor hen.”